Je BMI berekenen, hoe doe je dat en waarom is het belangrijk? Het Witte Huis kwam onlangs met cijfers over de gezondheid van president Trump. Hij was kerngezond zo luidde de conclusie. Nieuwszender CNN plaatste enige vraagtekens bij het medisch rapport. Klopte de opgegeven lengte wel? Was de president niet enkele centimeters korter? Om je BMI te berekenen, heb je zowel de lichaamslengte als het lichaamsgewicht nodig. Hoe langer je bent, hoe meer je mag wegen. Trump staat erom bekend een liefhebber van fast food en Cola light te zijn. Een dieet dat nu niet direct een garantie is voor een laag vetpercentage. Was hij wel zo gezond? Door zijn BMI te berekenen, werd duidelijk dat de president van de VS aan obesitas lijdt.
Wat is BMI eigenlijk en waarom is het zo belangrijk? Je BMI berekenen, hoe doe je dat? Wat zijn de gevolgen wanneer jouw BMI hoger of lager dan normaal is? Is je BMI alleen voldoende, of moet je ook je buikvet meenemen in de berekening? In dit artikel leggen we het thema BMI berekenen op de weegschaal. Dat doen we niet lichtvoetig, in de komende ruim 4000 woorden serveren we je een zwaargewicht artikel.
Helft van de Nederlanders is te zwaar
Dat overgewicht een zwaarwegend probleem is geworden, blijkt wel wanneer je naar de cijfers kijkt. Zo’n beetje de helft van alle Nederlanders is te zwaar. 14 procent daarvan heeft zelfs ernstig overgewicht. Ook onder de jeugd sleept ruim 13 procent te veel kilo’s met zich mee. We worden met zijn allen steeds dikker. Er is sprake van een stijgende lijn. Had in 1990 nog zo’n derde van de bevolking een BMI hoger dan 25, nu is dat dus al de helft. Ook het aantal mensen met obesitas is sindsdien verdubbeld. Waarom worden we eigenlijk steeds zwaarder? Volgens Matthijs van den Berg, hoofd van het Centrum Voeding, Preventie en Zorg bij het RIVM, moet de oorzaak worden gezocht in ‘een langdurig verstoorde energiebalans’. Dat wil zeggen dat we meer energie binnenkrijgen dan dat we verbranden. Al die ongebruikte energie slaan we op als vet.
Slank is de mode, overgewicht de trend
We leven in een wereld vol tegenstellingen. Terwijl de mode al meer dan een halve eeuw slank als schoonheidsideaal voorschrijft, is de realiteit dat we steeds meer uitdijen. De slanke norm is voor velen een brug te ver. Dat zorgt voor frustratie. Hoe word je slank? We moeten het tenslotte allemaal maar zien te rooien in een vetmakende wereld waar we steeds makkelijker toegang hebben tot ongezond calorierijk voedsel. Dat geldt niet alleen voor de maaltijden in de fast food restaurants, maar ook in de supermarkten liggen de schappen vol met onnatuurlijke, bewerkte, vetmakende voeding. Ook stress ligt in ons jachtige bestaan op de loer. Van stress word je dik, tonen onderzoeken aan. Ook bewegen we te weinig. Grote delen van de dag brengen we zittend door. Bovendien zijn we koppig. Ondanks de waarschuwingen dat overgewicht risico’s voor de gezondheid met zich meebrengt, kunnen we ons energierijke dieet maar moeilijk loslaten. Willen we de trend van zwaarlijvigheid doorbreken dan is het hoog tijd dat we onze Body Mass Index (BMI), maar ook de hoeveelheid buikvet in ons lichaam serieus gaan nemen.
Wat is BMI?
BMI (Body Mass Index) is ook bekend als Queteletindex (QI). Die naam verwijst naar Adolphe Quételet, de man die de BMI index ontwikkelde. Je BMI geeft de verhouding weer tussen je lengte en gewicht. Je BMI berekenen is een handige manier om te zien of je al dan niet te zwaar of te licht bent.
Standaard wordt er van uitgegaan dat je lichaamsgewicht prima in orde is wanneer jouw BMI een waarde heeft die ergens tussen de 20 en 25 zit. Hoe hoger je boven de 25 uitkomt, hoe meer er sprake is van overgewicht. Mensen die een BMI hebben van 30 of hoger, hebben obesitas. Dit is een aandoening die kan leiden tot serieuze gezondheidsproblemen. Diabetes bijvoorbeeld is vaak een direct gevolg van (ernstig) overgewicht. Te veel vet in je bloed leidt er namelijk toe dat je lichaam geleidelijk resistent wordt voor insuline. Als gevolg van het feit dat je steeds minder gevoelig bent voor insuline, stijgt je bloedsuikerspiegel en kun je suikerziekte krijgen.
Het belang van je BMI berekenen
De laatste decennia zijn artsen steeds vaker gaan wijzen op de gevaren van overgewicht. Mensen die te zwaar zijn, lopen naast diabetes ook het risico op hoge bloeddruk. De kans op hypertensie, zoals hoge bloeddruk ook wel wordt genoemd, is bij mensen met overgewicht twee maal zo groot dan wanneer je een BMI hebt van tussen de 20 en 25. Mensen met een BMI van 30 of hoger hebben zelfs drie keer meer kans dat hun bloeddruk zal stijgen.
Ook heeft overgewicht invloed op je cholesterolgehalte. Hoe zwaarder je bent, hoe meer cholesterol. Vooral de hoeveelheid slecht LDL cholesterol neemt door ongezonde voeding in verhouding toe. Dat kan weer leiden tot hartkloppingen, hartritmestoornissen en andere hart- en vaatziekten. Omdat je zwaarder wordt, moet er ook meer weefsel van bloed worden voorzien. Je bloedsomloop krijgt daardoor hyperdynamische trekjes en dat kan hartkloppingen en ritmestoornissen tot gevolg hebben. Of er ook een direct verband is tussen overgewicht en een hartinfarct, daar zijn wetenschappers nog niet helemaal over uit. Eerder is er sprake van een samenloop van eerder genoemde factoren van een verhoogd cholesterolgehalte, een gestegen bloeddruk, ongezonde voeding en minder beweging. Tenslotte kan ook hoofdpijn worden veroorzaakt door overgewicht. Vooral mensen met obesitas blijken volgens onderzoeken vaker last van hoofdpijn en migraine te hebben.
Je BMI berekenen, verschaft je al met al meer inzicht in de kans dat je gezondheid gevaar loopt. Misschien betekent jouw BMI dat je perfect in je vel zit, of juist dat je moet gaan afvallen of meer moet gaan eten.
Ondergewicht is ook problematisch
Overtollig vet en een teveel aan kilo’s krijgt vandaag de dag alle aandacht. Terecht wordt er gewezen op de gezondheidsrisico’s, maar dat wil niet zeggen dat het omgekeerde niet ook belangrijk is. Personen die hun BMI berekenen en op een getal uitkomen dat zich onder de 18,5 bevindt, moeten zich ook zorgen maken. Je weegt dan veel te weinig en moet echt meer gaan eten. Wanneer je te weinig weegt, brengt dat net zo goed reële risico’s mee voor je gezondheid. Er bestaat namelijk een grote kans dat je een tekort hebt aan belangrijke voedingsstoffen zoals vitamines, mineralen, eiwitten en essentiële vetzuren. Dat heeft gevolgen voor je afweersysteem. Bovendien voel je je vaker lusteloos en moe. Omdat je lichaam is aangewezen op de reservevoorraden uit vet- en spierweefsel, wordt dit afgebroken. De afbraak van spierweefsel heeft nadelige gevolgen voor je lichaam, ook neemt de kans op botbreuken toe. Wanneer je je best doet om aan te komen, maar dat niet wil lukken, is het raadzaam om eens bij de huisarts langs te gaan.
Je BMI berekenen, simpele rekensom
Om je BMI te berekenen moet je een rekensom maken. Dat is vrij simpel. In de rekensom hieronder zie je precies wat de bedoeling is.
Voorbeeld BMI berekenen van een vrouw:
lichaamsgewicht in kilogram 70
___________________________ : ____________________ BMI is 24,22
Lengte x lengte in meters 1.70 x 1.70 = 2.89
In dit voorbeeld waarin we de BMI berekenen van een vrouw die 70 kg weegt en een lengte heeft van 1.70 meter is het resultaat van de rekensom waarin het gewicht wordt gedeeld door de lengte in het kwadraat, een BMI van 24,22. Dat is onder de 25 en zit dus aan de goede kant. Het aantal kilo’s past met andere woorden bij de lengte van deze vrouw. Het is nu de kunst om dat zo te houden, want de grens van 25 is in zicht. Zou zij drie kilo aankomen dan dan stijgt de BMI naar 25.3 en zou er sprake zijn van licht overgewicht.
Voorbeeld BMI berekenen van een man
lichaamsgewicht in kilogram 90
___________________________ : ____________________ BMI is 27,19
Lengte x lengte in meters 1.82 x 1.82 = 3.31
In dit voorbeeld waarin we het BMI uitrekenen van een man die 90 kilogram weegt en 1.82 meter lang is, blijkt dat deze te zwaar is voor zijn lengte. Zijn BMI komt uit op 27,19. Over het algemeen wordt een waarde van tussen de 25 en 27 beschouwd als licht overgewicht. Deze man zit er net boven en valt in de categorie matig overgewicht. Hoewel nog ver verwijderd van de grens van 30 en er dus van ernstig overgewicht nog geen sprake is, betekent het wel oppassen geblazen. Ten eerste om niet nog zwaarder te worden en ten tweede om te proberen de waarde van zijn BMI naar beneden bij te stellen. Om onder de 25 te geraken, zou deze persoon 8 kilo moeten afvallen. Dat is een flink aantal kilo’s en dat kan behoorlijk demotiverend werken. Want zo eenvoudig is dat niet om die ervan af te krijgen. Slechts 1 op de 10 personen lukt het om 10 procent van hun oorspronkelijke gewicht kwijt te raken. Afvallen doe je bovendien niet zomaar even, het kost de nodige tijd. Positiever is het feit dat de stap naar de categorie licht overgewicht slechts 1 kilo is. Dat moet een stimulerende gedachte zijn die smaakt naar meer, of beter gezegd, minder.
Geen verschil tussen BMI berekenen man en vrouw
Je hebt vast al geconstateerd dat het bij je BMI berekenen niet uitmaakt of je een man of een vrouw bent. Voor beiden wordt dezelfde formule toegepast. Dat wil overigens niet zeggen dat de berekening altijd voor 100 procent nauwkeurig is. Er zijn meerdere factoren die een rol spelen. Lange mensen bijvoorbeeld brengen van zichzelf al meer massa met zich mee en dus meer gewicht. Dat geldt ook voor sterk gespierde mensen. Hoe is de verhouding spiermassa, vet en vocht? Ook afkomst speelt een rol. Zo wordt aan personen die hun wortels hebben in Zuid-Azië of uit Afrikaanse landen komen ten zuiden van de Sahara, aangeraden om bij het BMI berekenen niet uit te gaan van een maximale waarde van 25, maar deze naar beneden bij te stellen tot 23.
BMI van een kind
Is het zinvol om de BMI van een kind te meten? Met een BMI meter heb je de mogelijkheid om de BMI te berekenen van kinderen met een leeftijd van 2 jaar of ouder. Belangrijker dan constant in de weer te zijn met de BMI van je kind, is ervoor te zorgen dat zij voldoende gezonde voeding krijgen. Hierdoor leg je een goede basis voor de toekomst. Kinderen zijn volop in de groei en zijn gebaat bij gezonde voedingsstoffen. Zorg daarom voor voldoende groente en fruit en volkorenproducten. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen ongezonde voeding zoveel mogelijk vermijden. Daar hebben zij later veel profijt van.
Vetcellen
Ieder mens maakt tot ongeveer zijn twintigste levensjaar vetcellen aan. Kinderen die veel snoepen, snacks eten en veel zoete frisdranken nuttigen, ondervinden daar op latere leeftijd de gevolgen van. Overgewicht is vaak het gevolg van een teveel aan vetcellen die zijn ontwikkeld tijdens de kindertijd. Tegen deze vetcellen is geen dieet opgewassen. Je komt er simpelweg nooit meer af. Wanneer je gaat afvallen, doen deze vetcellen continu een beroep op je. Vooral als ze halfvol zijn, geven ze signalen af als geef me suiker, geef me vet! Ouders spelen hierin dus een belangrijke rol. Door erop te letten dat de verhouding gezonde en ongezonde voeding veruit doorslaat richting de gezonde kant, bewijs je je kind een goede dienst. Heb je als ouder het idee dat je kind te zwaar of te licht is, neem dan contact op met een arts of een consultatiebureau. Dat is beter dan dat je zelf in paniek raakt wanneer je kind een te hoog of te laag BMI blijkt te hebben. Zij kunnen je helpen de juiste maatregelen te nemen.
Je BMI berekenen met de BMI meter
Hieronder vind je een BMI meter waarmee je eenvoudig je BMI kunt uitrekenen. Ben je benieuwd naar de uitslag? Je kunt er voor kiezen om eerst je BMI te berekenen en vervolgens dit blogartikel te lezen en aan de hand van jouw uitslag uit te vinden wat de hoogte van je BMI voor jou betekent. Andersom kun je er ook voor kiezen om je eerst uitgebreid te laten informeren voordat je de test doet. Zo weet je precies waar je aan toe bent. Waar je ook voor kiest, we nodigen je sowieso uit om voor of na de test met de BMI meter dit hele artikel van begin tot eind te lezen!https://bmicalculatorindia.com/widgets/widget.php?t=550×480
Andere manieren om BMI te berekenen
De methode om je BMI te berekenen is al zo’n 200 jaar geleden bedacht en wordt nog altijd toegepast. Toch is er onder invloed van allerlei nieuwe inzichten ook wel de nodige kritiek op deze manier van meten. Dat neemt overigens niet weg dat ondanks die kritische geluiden de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de BMI nog altijd als richtlijn hanteert voor een gezond gewicht. Ook onder een groot aantal artsen is de aloude methode van BMI berekenen nog steeds de standaard. Daar is helemaal niets mis mee. Je BMI berekenen geeft je tenslotte een heldere indicatie, uitzonderingen daargelaten, of je wel of niet te zwaar bent en of er daardoor een grotere kans aanwezig is op risico’s voor je gezondheid.
Vetpercentage en spieren
Waar komt die kritiek dan vandaan? Dat heeft te maken met het feit dat je BMI berekenen zijn beperkingen heeft. Het geeft antwoord op de vraag: hoeveel weeg ik per vierkante meter en zijn het aantal kilo’s in balans met mijn lengte? Deze eeuwenoude manier van je BMI berekenen houdt echter helemaal geen rekening met de hoeveelheid vet en spieren die er in je lichaam aanwezig zijn. Spieren tellen ook mee op de weegschaal. Ze wegen zelfs meer dan vet. Zo komt het voor dat body builders die geen grammetje extra vet hebben toch op een te hoge BMI uitkomen vanwege de spiermassa. Ook personen die extreem groot of klein zijn, kunnen met een BMI worden geconfronteerd die geen recht doet aan hun situatie. Om een nog completer beeld te krijgen van je lichaamsgewicht in relatie tot je gezondheid zijn er daarom een aantal alternatieven ontwikkeld. Laten we ze eens op een rijtje zetten.
ABSI A Body Shape Index
De laatste tijd wordt er steeds meer belang gehecht aan de hoeveelheid buikvet die je bezit. Ook de plaats waar dat vet zich bevindt, speelt een rol bij het bepalen welke gezondheidsrisico’s dit met zich meebrengt. Vooral een appelvormig figuur, hetgeen er meestal op duidt dat je vet hebt opgeslagen in je buikholte, wordt gezien als gevaarlijk. Wanneer er te veel vet in je buikholte aanwezig is, loop je onder meer de kans op vervetting van je lever. Je wordt daarnaast minder gevoelig voor insuline en je hebt eerder last van hypertensie omdat je bloeddruk en je cholesterolgehalte kunnen gaan stijgen. Dikke buiken zijn dus niet alleen een esthetisch probleem, ze brengen serieuze gezondheidsproblemen met zich mee. Aan vet op de heupen of de billen, wat leidt tot een peervormig figuur, wordt minder risico toegeschreven, dan wanneer dit zich bevindt rond de vitale organen in je buikholte.
Ingewikkelde formule
A Body Shape Index houdt rekening met de vorm van je lichaam. Niet alleen wordt er gekeken naar de lichaamsgewicht en lengte, ook de omvang van je taille wordt meegenomen in de berekening. Dat is overigens een heel wat ingewikkeldere formule dan die bij het BMI berekenen wordt toegepast. Dit is echt hogere wiskunde: je moet je tailleomtrek in centimeters delen door de vierkantswortel van je lengte en dit vermenigvuldigen met de derdemachtswortel van je BMI.
De formule ziet er zo uit:
ABSI = Tailleomvang in cm
__________________________
BMI 2/3 x lengte 1/2
ABSI Calculator
Beetje te moeilijk om zelf uit te rekenen? Je kunt ook gebruik maken van de ABSI calculator Het zal zowel je oude als nieuwe BMI berekenen. Deze calculator houdt ook rekening met je geslacht en je leeftijd. In die zin dat jouw berekening wordt gerelateerd aan het gemiddelde van mensen uit de Verenigde Staten. Aan de uitslag wordt vervolgens een cijfer ergens tussen 0 en 2 gekoppeld. Is dat cijfer 1 dan heb je een gemiddelde kans op gezondheidsrisico’s. Elke tiende minder betekent dat het risico 10 procent lager is dan de gemiddelde inwoner van de USA. Omgekeerd als je hoger zit dan 1 loop je meer risico.
Wat betekent deze berekening voor de man en vrouw uit het voorbeeld?
Wanneer we de voorbeelden van de vrouw en man die we gebruikten bij het BMI berekenen er even bij nemen, kunnen we zien wat het verschil is van het uitrekenen van de Body Shape Index ten opzichte van de gangbare manier van BMI berekenen. We geven voor het gemak beide personen een leeftijd geven van 35 jaar en voor de man gaan we uit van een tailleomvang van 97 en bij de vrouw hanteren we een omvang van 75. Dit levert de volgende resultaten op:
Relatieve risico op gezondheidsproblemen:
Vrouw: (ABSI)0,72 (BMI)0,81 (ABSI plus BMI) 0,58
Man: (ABSI)0,89 (BMI)0,92 (ABSI plus BMI) 0,81
Zowel de vrouw als man lopen met respectievelijk 0,58 en 0,81 dus minder risico dan de gemiddelde persoon. Opvallend is verder dat volgens deze manier van BMI berekenen er bij de vrouw precies dezelfde waarde uitkomt 24,2. Bij de man is de nieuwe BMI echter een punt lager 26,2. Je ziet hier dus duidelijk welke rol de tailleomvang en de hoeveelheid buikvet speelt.
Er doet zich nog een andere bijzonderheid voor. Je kunt bij ABSI bijvoorbeeld twee kilo afvallen, maar als de tailleomvang hetzelfde blijft, betekent dat volgens deze wijze van BMI berekenen weliswaar dat je nieuwe BMI omlaag gaat, maar het risico stijgt. In het geval van de man wordt dit 0,88 in plaats van 0,81. Dit kan erop wijzen dat de man weliswaar kilo’s is kwijtgeraakt, maar dat dit waarschijnlijk een gevolg is van een vermindering van de spiermassa en niet van een afname van de hoeveelheid vet.
BMI berekenen plus buikomvang meten
Het is goed voor te stellen dat het je enigszins is begonnen te duizelen nadat je hebt gelezen over de Body Shape Index. Je kunt het uiteraard ook simpeler houden en gewoon naast je BMI berekenen ook je buikomvang meten. Wanneer je bij beide metingen aan de goede kant zit, weet je zeker dat je qua lichaamsgewicht en gezondheidsrisico’s niet te klagen hebt. Het is in ieder geval een stuk completer dan wanneer je je alleen beperkt tot je BMI berekenen. Overgewicht en een teveel aan buikvet kun je aflezen aan je buikomvang.
De omtrek van je middel meet je in het smalste deel tussen de bovenkant van je heup en het onderste deel van je rib. Voor vrouwen is de grens gesteld op 80 cm. Is je omtrek groter dan zit je in de gevarenzone. Boven de 88 cm is er sprake van een vergroot risico. Mannen zitten bij een omtrek tussen de 94 en 102 cm in de gevarenzone. Ze lopen echt meer risico wanneer de omtrek van het middel meer is dan 102 cm.
Je vetpercentage meten
Om erachter te komen wat het percentage vet in je lichaam is in vergelijking met je spieren, botten, organen en vocht kun je je vetpercentage meten. Dat kan op verschillende manieren. Heel betrouwbaar zijn deze meetmethoden overigens niet. Ze variëren van ‘in de spiegel kijken’ tot je huidplooien meten met een schuifmaat. Je trekt in dat geval het vet weg van je spieren en knijpt het samen in de schuifmaat. Nu kun je zien hoeveel millimeter vet er in de schuifmaat zit. Voor de 35 jarige man uit ons voorbeeld geldt een ideale vetlaag van ongeveer 18 millimeter. Voor de vrouwelijke leeftijdgenoot is dat zo rond de 25 millimeter.
Een ‘vette’ rekenformule
Door middel van een rekenformule is het mogelijk om een inschatting te maken van het vetpercentage in je lichaam. Je moet daarvoor eerst je BMI berekenen. Bij de man uit ons voorbeeld was dit 27,2. Dit vermenigvuldig je met 1,2. Hierbij tel je 0,23 x de leeftijd op. Vervolgens moet je dit verminderen met 10.8 x het geslacht (voor mannen geldt een waarde van 1 voor vrouwen 0 ) en tenslotte trek je daar nog eens 5,4 vanaf.
De rekenformule ziet er voor de man uit ons voorbeeld als volgt uit:
(1,2 x 27,2) + (0,23 x 35) – (10,8 x 1) – 5,4 Daar komt een percentage uit van 24,49 Let op dit is geen exact cijfer. Deze berekening maakt slechts een schatting. Het werkelijke percentage kan hoger of lager uitvallen.
Vetpercentage bij een vrouw verschilt van man
Het is je misschien al opgevallen dat het vetpercentage van een vrouw verschilt van het vetpercentage van een man. Waarom dat zo is? Mannen hebben een grotere spiermassa waardoor het totale vetpercentage van een man lager is dan bij een vrouw. Je ziet het ook terug in de formule waarin mannen het getal dat in het eerste deel van de som is verkregen, moeten verminderen met 10,8 meer dan vrouwen.
Rontgenfoto, luchtverplaatsing en onderwatermeting
Wanneer je het meten van je vet echt serieus neemt, dan zijn de volgende drie methoden het meest betrouwbaar. Het zijn ook gelijk de meest dure en gecompliceerde manieren om het percentage vet te meten. Bovendien gaat het om een momentopname, het zijn tenslotte geen onderzoeken die je maandelijks laat uitvoeren.
– Een DEXA-scan maakt gebruik van röntgenstralen. Door te meten welke lichaamsdelen en hoeveel stralen zij opnemen, kan het percentage vet worden berekend.
– Door luchtverplaatsing te meten en dit te relateren aan je lichaamsvolume, krijg je een vrij nauwkeurige indicatie van de hoeveelheid vet in je lijf. Het onderzoek wordt uitgevoerd in een speciale cabine.
– Bij deze methode dompel je jezelf onder in een bak met water. De methode is gebaseerd op de gedachte dat je lichaamsgewicht in het water net zo veel weegt als het water dat zich verplaatst in je lichaam.
Vet is essentieel
Vet stellen we vaak gelijk aan dik, maar vergeet niet dat we niet zonder vet kunnen. Zonder een bepaalde minimum hoeveelheid essentiële vetten zouden we niet overleven. Vet heeft een aantal belangrijke functies. Het beschermt onze organen en levert energie. Ook een teveel aan vet is geen probleem. Al het vet dat we niet gelijk omzetten in energie slaan we namelijk op. Dat is best slim, want in geval van nood kun je daar later alsnog energie uit halen. Vet is wat dat betreft een belangrijke reservebron van energie.
Zitvlees en natuurlijke jas
Vet biedt meer voordelen. Zonder vet in de billen zou zitten een ramp zijn. Een klein onderhuids vetlaagje biedt daarnaast extra bescherming tegen de kou en je lichaam kan ook beter tegen een stootje. Heb je je ooit afgevraagd waarom die Japanse sumo worstelaars zoveel vet hebben? Juist, het maakt vallen wat minder pijnlijk.
Acceptabel vetpercentage bij vrouw en man
Een beetje vet kan dus geen kwaad. Wanneer het percentage echter te hoog wordt en zich steeds prominenter in de vorm van vetrollen aan de oppervlakte manifesteert, slaat bij menigeen de paniek toe. Los van het schoonheidsideaal is een te hoog percentage vet in het lichaam ook ongezond. Wanneer zijn de percentages acceptabel? We spreken van een uitstekend vetpercentage bij een vrouw wanneer dit tussen de 21 en 25 procent is. Een percentage tussen de 25 en 31 procent is acceptabel. Daarboven is er sprake van overgewicht. Voor mannen gelden respectievelijk percentages tussen de 14 en 17 procent als uitstekend en tussen de 18 en 25 procent als acceptabel. Zit je boven de 25 dan moet je oppassen want obesitas licht op de loer.
Tips voor een beter BMI
Je hebt je BMI berekend en merkt tot je schrik dat je boven de 25 zit. Je hebt ook nog je tailleomvang gemeten, en ook daar zit je hoger dan gedacht. Ik moet kilo’s kwijtraken denk je. Je wilt snel afvallen, maar hoe doe je dat? Is dat sowieso wel mogelijk, en is het wel gezond om in korte tijd veel kilo’s kwijt te raken?
Crash dieet
Een methode die snel afvallen, mogelijk maakt is het zogenaamde crash dieet. Althans het wil je doen geloven dat je de ponden er ziet afvliegen. 5 kilo lichter in 5 dagen! Het lijkt te gek om waar te zijn. Laten we daarom dit dieet eens nader bestuderen. Het crash dieet gaat uit van de gedachte dat wanneer je heel weinig eet, je ook snel minder zult wegen. Het is dan ook een zeer streng dieet. Mannen en vrouwen gebruiken normaal gesproken respectievelijk 2500 en 2000 calorieën per dag. Met het crash dieet eet je minder dan 1000 calorieën op een dag. Je kunt dus wel uitrekenen dat er meer verbrand wordt dan dat er aan brandstoffen binnenkomen. Het is nogal rigoureus en je houdt dit dan ook niet meer dan een paar dagen vol. (Maximaal een week).
Crash dieet gezond?
Is snel afvallen gezond? Nou, nee, zo weinig eten, zeker als je dat moet combineren met je normale werkzaamheden, is absoluut geen aanrader. Je pleegt een regelrechte aanslag op je lichaam. Je krijgt veel te weinig essentiële voedingstoffen binnen. Nou is dat voor een paar dagen misschien nog wel te overzien, en als je er zeker van was, dat het blijvend resultaat zou hebben, is de tijdelijke lijdensweg misschien een acceptabele uitdaging. De realiteit is echter dat je wel wat kilo’s afvalt, maar dat deze er ook zo weer bijkomen. Dat wordt wel het jojo effect genoemd. Je lichaam raakt danig in de war wanneer je de dingen zo drastisch aanpakt. Niet alleen gaat het vet verbranden om aan de broodnodige energie te komen, maar ook je spiermassa. Het zorgt er uiteindelijk voor dat je vetverbranding trager wordt. Daarnaast zul je, nadat je jezelf een paar dagen flink hebt uitgehongerd, gewoon weer je normale eetpatroon oppakken. Je hebt tenslotte niets structureels geleerd. Er bestaat zelfs een grote kans dat je jezelf beloont met een paar scheppen extra. Dankzij de tragere vetverbranding komen de kilo’s er daarom weer extra snel bij.
De beste afslankmethode
Er zijn allerlei afslankmethoden op de markt. Aan de wens om af te slanken, wordt heel veel geld verdiend. De afslankguru’s slaan elkaar om de oren met de beste methode. Het is dan ook nogal ingewikkeld om door de bomen het bos nog te zien in afslankland. Zo heb je misschien net alle voordelen gelezen van vetarme diëten, wordt dit door anderen weer keihard onderuit gehaald en juist gepleit voor het drastisch verminderen van de koolhydraten. Weer anderen menen dat je terug moet gaan naar het stenen tijdperk en eten zoals de prehistorische mens deed. Voor al die afslankmethoden is wel iets te zeggen en ze helpen je om wat kilo’s kwijt te raken. Daarbij moet je er wel rekening mee houden dat ze bij de een beter aanslaan dan bij de ander. Er bestaat nu eenmaal geen algemene zaligmakende formule. Elk lichaam reageert weer anders op een afslankmethode.
Calorieën tellen
Wil je structureel minder kilo’s met je meedragen, of ervoor zorgen dat je BMI constant blijft, dan is eigenlijk de enig juiste manier om dit te bereiken, door dagelijks op je voeding te letten. Je moet iedere keer een inschatting maken hoeveel calorieën er binnenkomen. Nu zal je niet iedere dag met een notitieblokje en een calculator de hoeveelheid calorieën willen tellen want daar zou je tureluurs van worden. Waar het om gaat is dat je je bewust bent welk voeding en dranken zorgen voor meer en minder calorieën. Het is de kunst om deze calorieën op een dusdanige manier met elkaar te combineren dat je niet boven de 2000 – 2500 grens uitkomt. Daarnaast, wanneer je wilt afslanken, moet je ervoor zorgen dat je ook regelmatig onder de caloriegrens zit. Je zult dan al snel merken dat wanneer je jouw BMI gaat berekenen, je op steeds betere waarden uitkomt.